Site icon Zonhub

Waar ECN de fout in gaat met SDE+ advies voor zon-pv (UPDATE: Reactie ECN)

schoonmaak zonnepanelen

Elke nieuwe SDE+ (stimulering duurzame energie) ronde worden de voorwaarden voor het afgeven van de subsidie voor duurzame energie door de RVO.nl aangepast aan de laatste ontwikkelingen in de markt. Een logische ontwikkeling om elke technologie optimaal te ondersteunen. De overheid doet dit op basis van advies van ECN. Er lijken alleen enkele cruciale fouten in het laatste SDE+ advies van ECN te zijn geslopen voor Zon-PV, zo meldt Matthijs Olieman, oprichter ZonnepanelenDelen. Onderaan het blog de reactie van ECN. 

Sinds minister Wiebes op 6 december zijn kamerbrief publiceerde over de openstelling van de SDE+ regeling in 2018, is er veel kritiek vanuit de zonnestroom sector. Jan Willem Zwang van Greencrowd schreef een betoog, net als Frank Heijckman van KiesZon en ook Holland Solar gaf een reactie.

Kritiek op nieuwe SDE+ advies 

De kritiek is gericht op het onderscheid maken tussen direct verbruik en teruglevering, waarbij het correctiebedrag voor direct verbruik een stuk hoger is. Hierdoor verdwijnt het voordeel voor direct verbruik. Op zichzelf lijkt dit geen handige zet van het ministerie. Direct verbruik en opslag worden immers gezien als belangrijke onderdelen in de energietransitie.

Ik ben het voor een groot deel eens met de geschreven kritiek. Maar als we kijken naar het doel van de SDE+ regeling als geheel, dan is deze verandering wel te verklaren. Het doel van de SDE+ is immers om de meest voordelige vormen van duurzame energie te stimuleren. Als er voor zonnestroom een extra voordeel bestaat door direct verbruik, (waardoor geen EB, ODE en transportkosten wordt betaald), dan zou dit meegenomen moeten worden in de systematiek.

oorzaak in foute aannames?

Het aanpassen van de systematiek is volgens mij ook meer de aanleiding tot de kritiek. De oorzaak is dat projecten van 15 kW – 1MW financieel niet meer rendabel zijn. De wijziging van de systematiek legt nu het probleem van de SDE+ voor zonne-energie bloot, namelijk de berekening die aan het advies van ECN ten grondslag ligt. En hier ligt dan ook direct de oplossing.

In de berekeningen voor systemen van 15 kW – 1MW gebruikt ECN namelijk een aantal niet marktconforme aannames en maakt ze twee fouten:

  1. Ze behandelt deze systemen alsof ze voor 80% door een bank gefinancierd worden. In de praktijk is het onwaarschijnlijk dat banken  systemen < 1MWp zullen financieren tegen de gestelde voorwaarden. Mogelijk kunnen gespecialiseerde projectontwikkelaars ze bundelen en op basis daarvan dergelijke voorwaarden bedingen. Alleen zullen er voldoende projecten zijn die niet gebundeld (kunnen) worden.

ECN hanteert een rente van 2,0% rekening houdende met een groenkorting van 0,5% voor 15 jaar.  Omdat banken deze projecten normaal gesproken niet standalone financieren is 2,0% rente voor de lening niet realistisch en bovendien geldt de groenkorting maar 10 i.p.v. 15 jaar. (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-15992.html artikel 16)

In het adviesconcept van 2017 voor de SDE+ ging ECN overigens nog uit van een rentepercentage van 4,5%, maar dit is in het eindadvies aangepast. Een rente van 3,5% is meer realistisch.

  1. De kosten voor onderhoud, beheer, schoonmaak, verlengen omvormer garantie, verzekering, administratie etc. (O&M) werden in het eindadvies van ECN voor de SDE+ 2017 opgenomen voor 17 EUR/ KWp per jaar. In het eindadvies 2018 zijn deze 43% gedaald naar 9,75 per jaar. Deze daling resulteert in een daling van de geadviseerde basisprijs met 0,8 cent! Deze jaarlijkse kosten worden simpelweg te laag ingeschat. Maar het wordt nog gekker:

Voor systemen > 1MWp neemt ECN in haar berekening 14,75 EUR per kWp per jaar mee!  Terwijl ze in het kostenonderzoek (pagina 7) het volgende schrijft:

“1% van de investeringskosten is een reel bedrag voor vaste O&M kosten voor grote systemen. Voor systemen kleiner dan 1MW is het de vraag of er onderhoudscontracten worden afgesloten worden en of de werkomvang gelijk of minder is. Gezien de kleinere schaal van deze projecten is er voor onderhoud minder kostenvoordeel te halen uit de grootte van de systemen.

Mijn inschatting is dus dat ze de O&M bedragen heeft verwisselt. 14,7 EUR per kWp zou voor kleine systemen inderdaad realistischer zijn, hetgeen zou resulteren in een basisbedrag van 11,8 cent.

snelle aanpassing voor rendabele business case?

De markt heeft misschien niet genoeg aandacht gehad voor de berekeningen van ECN omdat de bedragen, inclusief de ‘direct verbruik bonus’, voldoende waren voor een rendabele business case. Met het wegvallen van deze bonus is het belangrijk om goed te kijken naar de uitgangspunten voor de berekening. Deze resulteren op dit moment in een te laag basisbedrag van 11,2 cent. In de meeste gevallen zal voor systemen van 15 kWp – 1MWp hier geen rendabele business case voor te maken zijn.

Dit is heel jammer, omdat nu juist veel van deze projecten zorgen voor meer draagvlak in de samenleving. Via de ODE betalen alle burgers immers direct mee aan de SDE+ regeling. Door mee te investeren in projecten (vaak 15kW – 1MWp) konden duizenden burgers afgelopen jaren mee profiteren. Onder andere op ons platform Zonnepanelendelen.nl in Zon op Zorg projecten in samenwerking met Stichting Urgenda. Dit soort projecten zijn helaas nu niet meer haalbaar.

Omdat een tussentijdse aanpassing van het basisbedrag afgelopen jaar mogelijk bleek (van 12,5 cent voorjaar – 11,7 cent najaar) hoop ik dat ECN en het ministerie met elkaar om tafel gaan om zo snel mogelijk de fouten te corrigeren en het basisbedrag voor systemen < 1 MWp te verhogen. Op basis van 3,5% rente en 14,7 EUR O&M kosten zou deze uitkomen op 12,5 cent per kWh.


Via e-mail heeft ECN antwoord gegeven op de hierboven genoemde punten. (in italic daar reactie Matthijs Olieman weer op)

  1. ECN: De financieringsvoorwaarden voor kleine systemen hebben ze verkregen van een aantal grote financiers in de markt. Het lijkt hen een terecht aandachtspunt om in de toekomst aandacht te besteden aan de financiering van kleine projecten versus die van grote projecten.

ZonnepanelenDelen: Dit lijkt ons een goed idee. Een rente van 3,5% is wat ons betreft een realistisch uitgangspunt.

  1. ECN: De O&M-kosten zijn niet lager ingeschat dan vorig jaar, wel hebben ze een methodologische verandering doorgevoerd. Voorheen werd de vervanging van de omvormer na 12 jaar verrekend in de O&M-kosten.

ZonnepanelenDelen:  Dit zien wij niet helemaal terug in de stukken van 2017, en deze verandering heeft een sterk nadelig effect op het basisbedrag. Wellicht dat het methodologisch klopt, maar het resultaat is nadelig voor de business case.

  1. ECN: De onderhoudskosten van kleine systemen zijn verhoudingsgewijs wel hoger dan die van grote systemen (~1% van de investeringskosten). De O&M-kosten, ofwel de kosten voor onderhoud en beheer, betreffen meer kosten dan alleen onderhoud. Vooral gaat het hier om extra OZB en om pacht.

ZonnepanelenDelen: Dit is inderdaad opgenomen in de stukken voor het eindadvies 2018. Als pacht meegenomen wordt voor grote systemen dan kan dakhuur ook meegenomen kunnen worden voor systemen <1MW. Dit is bij veel projecten <1MW het geval.

Als laatste doet ECN nog een belangrijke oproep:

“Deel alsjeblieft praktijkinformatie met ECN. Hoe meer data we ontvangen, des te beter kunnen we adviseren. We behandelen alles vertrouwelijk (alleen projectteam heeft inzage; de rest van ECN niet). Wij hebben de afgelopen jaren heel weinig informatie uit de markt ontvangen. Wil je informatie delen? Meldt je dan aan bij Sander Lensink via sde@ecn.nl”

Exit mobile version