Een postcoderooskleurig begin van het jaar?

Vanaf 1 januari kunnen we de zelfleveringsoplossing onder de naam ‘postcoderoos’ of ‘postcoderoossaldering’ gebruiken, waarbij de leden van een coöperatie die gezamenlijk energie opwekken met bijvoorbeeld zonnepanelen een fiscale korting van 7,5 cent (9 cent inclusief BTW) op hun energierekening krijgen. Laten we eens stil te staan bij de manier waarop deze regeling nu in de praktijk toegepast wordt.

Vanaf 1 januari kunnen we de zelfleveringsoplossing onder de naam ‘postcoderoos’ of ‘postcoderoossaldering’  gebruiken.  Ik zal niet in detail ingaan op deze regeling, waarbij de leden van een coöperatie die gezamenlijk energie opwekken met bijvoorbeeld zonnepanelen een fiscale korting van 7,5 cent (9 cent inclusief BTW) op hun energierekening krijgen.

Interessanter is het om stil te staan bij de manier waarop deze regeling  in de praktijk toegepast wordt. Hieronder is een korte selectie van enkele projecten en initiatieven te vinden (en als ik wat ben vergeten, vul deze dan gerust aan):

Projectnaam Plaats Initiator Website
Zwembad Batenstijn Woerden Solar Greenpoint i.s.m. Eneco www.solargreenpoint.nl
Turfkade Almelo Stap in de Zon www.stapindezon.nl
Breekland Langedijk Zonnegrond www.zonnegrond.nl

In bovenstaand lijstje staan voornamelijk de wat grotere projecten. Dat is logisch, want door schaalvoordelen is deze business case interessanter. Typisch is wel dat dit haaks staat op het politieke idee achter de postcoderoos. Namelijk dat deze juist lokale en kleinschalige projecten zou moeten stimuleren waar de deelnemers ‘echt’ bij betrokken zouden moeten zijn. Desalniettemin hoop ik van harte dat er in Almelo voldoende mensen in de aangrenzende postcodegebieden enthousiast zullen worden om deel te nemen. Laten we eens wat verder inzoomen op deze projecten:

Prijs per zonnepaneel. De kosten van zonnepanelen – veelal in de vorm van een certificaat en/of – verschillen per project. Bij Zonnegrond koop je 15 panelen op 50m2 grond voor EUR 4.950 (omgerekend 330 euro per zonnepaneel) en bij Solar Greenpoint kost een paneel op zwembad Batenstijn 400 euro per zonnepaneel. Omgerekend is dit, uitgaande van een paneel van 250 Wp (Wattpiek) tussen de 1,32 – 1,60 per Wp. Een pakket van 9 zonnepanelen op je eigen dak kost inmiddels zo rond de 1,60/Wp exclusief BTW.

Sevice/Onderhoudskosten. Let wel op bij bovenstaande vergelijking. Want naast de eenmalige kosten dien je als deelnemer aanvullend vaak ook nog een jaarlijkse bijdrage te betalen. Naar verluidt is dit voor huur, onderhoud en/of administratiekosten.  Bij Zonnegrond is dit 160 euro per jaar (10,67 per paneel) en Solar Greenpoint rekent met 12,50 per zonnepaneel. Bij een looptijd van 25 jaar dient er in totaal nog 266,75 – 312,5 euro betaald te worden.

Indien je de afweging maakt tussen een zonnepaneel op je eigen dak of deelname in een coöperatie, is het dus belangrijk om zowel de aanschaf als de onderhoudskosten mee te nemen in de berekening.

Juridische opzet en details lidmaatschap. Een ander aandachtspunt is de wijze waarop het project is georganiseerd. Heb je een lidmaatschap in een coöperatie? En zo ja, wat wordt er van je verwacht als lid? Dien je mee te beslissen over belangrijke keuzes rond  bijvoorbeeld onderhoud en/of dienen de leden actief de financiën te controleren?  Dit soort zaken zijn veelal terug te vinden in de statuten van de coöperatie. Zo kan er  een onderscheid zijn tussen dit soort rechten/plichten bij verschillende leden. Solar Greenpoint werkt bijvoorbeeld met A en B-leden die beide verschillende rechten hebben. Afhankelijk van je wens als deelnemer (actief of niet) is het belangrijk om deze informatie  goed door te nemen.

Stroomprijs(stijging). De inkomsten van een coöperatie lid met een zonnepaneel komen uit zowel de verkoop van de collectief opgewekte energie als de fiscale korting op de  stroomrekening van de individuele deelnemer. Afhankelijk van de afspraak met de stroomleverancier is de verkoopprijs vast of variabel. In dit laatste geval heeft een stijging of daling van de stoomprijs invloed op uw rendement.  Let ook hier op welke aannames er worden gebruikt. Een 3% prijsstijging gedurende 25 jaar resulteert bijvoorbeeld in een stroomprijs van 12,2 cent (bij een huidige prijs van 6 cent exclusief belastingen). Uiteraard kan niemand de prijzen voorspellen, maar gezien de kostprijs van (duurzame)energie is het onwaarschijnlijk dat de stroomprijs hoger dan 9 cent zal komen te liggen.

Investeringszekerheid. Belastingtarieven wijzigen ieder jaar. De kans bestaat dus dat ook het fiscale voordeel van 9 cent op enig moment zou kunnen wijzigen.  Dankzij het amendement van GroenLinks (kamerstuk 33 572)  is er nu in ieder geval 10 jaar zekerheid voor een minimum fiscale korting van 7,5 cent (ex BTW). Wat er daarna gebeurt is onzeker.

Overigens is de verwachting dat de fiscale voordelen van zonnepanelen op je eigen dak, op basis van saldering,  ook aan verandering onderhevig zijn. Minister Kamp heeft tijdens het wetgevingsoverleg Energie op 11 november 2013 aangegeven dat “het kabinet bekijkt wat er over vier jaar moet gebeuren met saldering achter de meter”.  

Helaas is de postcoderoossaldering  een complexe regeling, die (nog) niet per definitie een eenvoudige en robuuste business case oplevert. Bovenstaande vormt  wat mij betreft een aantal belangrijke aandachtspunten, waar zowel de beoogde coöperaties en de deelnemers rekening mee moeten houden.

Gelukkig is het jaar maar net begonnen. Hopelijk worden deze aandachtspunten op een goede manier geadresseerd. Los van de uiteindelijke keuzes is het wat mij betreft nog belangrijker dat coöperaties zo transparant mogelijk zijn in hun aannames en berekeningen. Uiteindelijk zal het vertrouwen van de potentiële  deelnemers vooral groeien  wanneer de decentrale duurzame energiebeweging een flink aantal projecten kan gaan realiseren

Keurmerk? In dit kader zou een keurmerk wellicht een bijdrage kunnen leveren. Veel financiële producten hebben al een rating, al dan niet verplicht door de Autoriteit Financiële Markten. Wanneer coöperaties voor hun project ook gebruik zouden kunnen maken van een speciaal hiertoe opgesteld kenmerk, zou dit wellicht een aantal vragen bij de deelnemers kunnen wegenemen. Tegelijkertijd kan hiermee de gehele sector zijn voordeel doen, omdat slechte ervaringen en/of tegenvallende rendementen hiermee beperkt zouden kunnen worden. De vraag is echter of een centraal keurmerk wel past bij zo’n decentraal georganiseerde beweging.

Met zonnige groet, Sven Pluut