Het laatste IPCC-rapport van de Verenigde Naties over klimaatverandering zet Nederlanders aan tot actie. We zien namelijk duidelijk meer investeringen in zonne-energie. Meer particuliere investeerders investeren en per persoon gaat het om grotere bedragen. In korte tijd zijn daardoor verschillende zonne-energieprojecten succesvol gerealiseerd. Sinds 2014 financiert ZonnepanelenDelen zakelijke zonne-energieprojecten, nog nooit is de interesse om te investeren in deze duurzame projecten zo groot geweest.
Recordmaand voor ZonnepanelenDelen
Op de maandag dat het IPCC-rapport uitkwam, was er een piek aan investeringen in zonne-energieprojecten. Het aantal investeringen is daarna op een hoger niveau gebleven. Dat zorgt nu al voor een recordmaand bij ZonnepanelenDelen. Er is via het financieringsplatform 9 miljoen euro uitgeboekt in augustus 2021. In heel 2020 was dat 21 miljoen euro.
Duurzaam rendement door meer investeringen in zonne-energie
De investeerders in de zonne-energieprojecten in Nederland motiveren de investering met verwijzingen naar dat rapport:
“Het klimaatrapport spreekt duidelijke taal, we moeten zelf het verschil maken.”
Of bij een andere recente investering:
“Zie het klimaat rapport van IPCC. Elk jaar probeer ik iets extra’s te doen ten gunste van de natuur en daarmee de toekomst van onze kinderen.”
1 miljard euro te financieren
ZonnepanelenDelen richt zich op het middensegment van de zakelijke zonne-energiemarkt. Dat zijn voornamelijk zonnedaken met een omvang van 500 tot 20.000 zonnepanelen per project. In dit segment zijn de meeste subsidies afgegeven, maar is de realisatiegraad niet hoog. ZonnepanelenDelen zorgt met de gespecialiseerde financiering, speciaal ontworpen voor zonnepanelen, voor meer succesvolle projecten.
Oprichter Sven Pluut van ZonnepanelenDelen: “Dit jaar komt het totaal volume aan financiering uit op bijna 100 miljoen euro. Er is enorm veel potentie op de bedrijfsdaken voor zonne-energie. We mikken op het financieren van één miljard euro aan zonne-energieprojecten in Europa binnen vijf jaar.”