Vanaf 24 november is het weer mogelijk om een aanvraag te doen voor de SDE+(+) subsidie. Vanaf deze subsidieronde concurreren de verschillende technologieën niet langer op kostprijs per kWh, maar op de te subsidiëren onrendabele top per vermeden kg CO2. Hierdoor komen ook CO2-reducerende technologieën, zoals CO2 opvang- en afslag in aanmerking. Dat kan zeer negatief uitpakken voor alternatieve transitietechnieken zoals zonne-energie in de komende SDE++ ronde.
Door de zonne-energiebranche wordt de toevoeging van deze CO2-afvang (Carbon Capture & Storage, afgekort als CCS) aan de nieuwe SDE++ subsidie met argusogen bekeken. Brancheorganisatie Holland Solar uitte eerder al haar twijfels en verbeterpunten in een position paper.
Kans op herhaling biomassa debacle
CCS heeft in de berekeningen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een lagere kostprijs per ton vermeden CO2, dan Zon-PV (zie grafiek 1). De verwachting is dat er veel aanvragen zullen zijn van grote CCS-projecten, hierdoor doemt er een spook-scenario uit 2015-2016 op, waarbij EUR 3,6 miljard werd verstrekt aan de bijstook van biomassa – goed voor 40% van het totale beschikbare SDE+ budget. Deze EUR 3,6 miljard ging toen aan de categorie Zon-PV en de andere duurzame energietechnieken voorbij. Dit was destijds al omstreden, maar de politiek werd vier jaar later pas overtuigd. In november 2019 werd een motie aangenomen in de eerste kamer om de bijstook van hout in kolencentrales op een zo kort mogelijke termijn stop te zetten. Een vergelijkbaar scenario dreigt wederom.
CCS verdringt alternatieve transitietechnieken
Holland Solar stelt dat de toevoeging van CCS niet onomstreden is. Daarnaast lijkt een aantal berekeningen gemaakt te zijn ten faveure van deze nieuwe techniek. Ook Solarfields schreef eerder al een artikel over CCS en voegt nog een belangrijk argument toe, namelijk dat er onvoldoende wordt voldaan aan het klimaatakkoord, hierin staat (p. 39):
“Hierbij moet er wel voor worden gewaakt dat CCS andere aantoonbare kosteneffectieve alternatieve transitietechnieken niet belemmert. Er moet dus een balans worden gevonden tussen het voorkomen van verdringing van schone technieken en het benutten van het reductiepotentieel dat CCS biedt voor het behalen van de reductiedoelstellingen.”
zonne-energie SDE++
In de huidige opzet is het mogelijk dat CCS het volledige budget van EUR 5 miljard claimt en er mogelijk sprake zal zijn van belemmering van andere technieken zoals zonne-energie.
Om te kunnen concurreren met CCS zal de kostprijs van Zon-PV lager moeten zijn dan ingeschat door RVO. RVO heeft een rekentool beschikbaar gesteld waarmee een aanvrager de kg CO2-reductie kan berekenen waarop RVO de aanvraag zal beoordelen.
Hieronder staat een overzicht van de grootste categorieën voor Zon-PV en CCS met bijhorende aanvraagmomenten en bedragen.
Kansen zonne-energie in SDE++
Het maximum basisbedrag, in EUR per ton CO2-reductie, van CCS ligt tussen de EUR 25,17 en 69,63. Indien CCS-projecten hun aanvraag zullen baseren op de maximale subsidie, dan zal Zon-PV voor een kansrijke aanvraag, onder deze prijs moeten duiken.
Hieronder staat voor de categorie Zon-PV 15 kWp – 1 MWp weergegeven welke EUR per ton CO2-reductie hoort bij welk aangevraagd basisbedrag per kWh.
Met een aan te vragen basisbedrag van EUR 7,1 cent per kWh bedraagt de prijs per ton CO2-reductie EUR 44,9. Dit is lager dan drie van de vier CCS-categorieën. In beginsel is een basisbedrag van EUR 7,1 cent normaal gesproken te laag voor een positieve business case. Of het in de praktijk voldoende is, zal afhangen van de situatie per project en ontwikkelingen in de markt de komende 12 maanden.
Volume van CCS-projecten
Hoeveel CCS-projecten een aanvraag zullen doen, in welke categorie en voor welk bedrag, is nog onduidelijk. In een rapport van Navigant, opgesteld door het ministerie van economische zaken en klimaat in 2019 staat een overzicht van CO2-afvang projecten:
Er is ook nog veel onzekerheid over de manier waarop CCS gerealiseerd gaat worden. De realisatie is afhankelijk van verschillende partijen en de infrastructuur is vaak nog niet aanwezig, waardoor projecten naar verwachting een langere realisatietermijn zullen hebben.
Om te voorkomen dat CCS-projecten het beschikbare SDE++ budget reserveren, zonder dat deze projecten tot uitvoering komen, zijn een aantal aanvullende eisen gesteld. Zo ontvangen CCS-projecten een beschikking onder opschortende voorwaarden dat binnen twee weken een uitvoeringsovereenkomst ondertekend is en dat binnen vier weken een bankgarantie aan de staat overlegd dient te worden. Bovendien geldt er een boete van maximaal 2% van het beschikte bedrag als het project niet wordt uitgevoerd.
We kunnen niet wachten op eventueel succes
Een conclusie over de effectiviteit van deze opschortende voorwaarden kan echter pas over een aantal jaren getrokken worden, omdat CCS-projecten 30 maanden de tijd hebben om een opdracht voor de bouw te verstrekken. Tot die tijd zal de SDE++ subsidiepot voor het opwekken van hernieuwbare elektriciteit waarschijnlijk enkele miljarden euro’s kleiner zijn.
Headerfoto credentials: Photo by Mladen Borisov on Unsplash.