De bouw van een zonne-energieproject bestaat uit meer dan wat zonnepanelen neerleggen. De meeste projecten bij ZonnepanelenDelen hebben een middelgrote omvang, vaak duurt de bouw hiervan een paar weken. Maar de bouw van grotere zonne-energieprojecten kan tot enkele maanden duren. De projecteigenaren houden jou als investeerder op de hoogte van de vorderingen in de bouw. In dit blog lees je over de verschillende stappen.
Bij de installatie van zonnepanelen zijn de panelen zelf vaak in mum van tijd gelegd. Het echte werk zit hem in de cruciale bekabeling en het plaatsen van een transformator en de Bruto Productie Meter (BPM). Maar wat houden die termen in? Wie zijn er betrokken bij de installatie van zonnepanelen en waarom duurt de bouw soms langer dan verwacht?
Voorbereiding op installatie van zonnepanelen
Er gaat veel regelwerk vooraf aan de financiering van een zonne-energieproject. Denk bijvoorbeeld aan een officiële goedkeuring voor aansluiting op het elektriciteitsnetwerk, afspraken met de installateur en de benodigde verzekeringen en overeenkomsten. Zo voorkomen we verrassingen.
De planning na de financiering is vaak ook al bekend. Grofweg bestaat het bouwen van de constructie uit de volgende zeven delen:
1: Panelen en omvormers
De eerste stap van de bouw is de plaatsing van montagesystemen. Dit zijn de stellages waarop de panelen worden vastgemaakt aan het dak of op de grond. Bij zonnedaken is uiteraard van tevoren al gecontroleerd of het dak sterk genoeg is om de boel te dragen. De volgende stap is de plaatsing van de panelen zelf. Dit is het vaak het snelste en meest zichtbare onderdeel van de bouw.
Rond hetzelfde moment is de installatie van de omvormers. Deze komen in de buurt van de panelen of in de buurt van de transformator. Zonnepanelen wekken namelijk zogenoemde gelijkstroom op, terwijl ons elektriciteitsnet werkt op wisselstroom. Het verschil tussen de twee stroomsoorten kun je zien als het verschil tussen de dollar en de euro. Beide zijn waardevol, maar op ons elektriciteitsnetwerk gebruiken we er maar één. Wisselstroom dus. Meer uitleg kun je lezen bij dit informatiecentrum.
2: Transformator
Zonnepanelen wekken energie op met een bepaalde spanning. En hoe meer zonnepanelen je in een serie aan elkaar koppelt, hoe hoger de spanning. Ook hier is de opgewekte spanning anders dan de spanning op het elektriciteitsnetwerk. Met een transformator (of ‘trafo’) verhogen we daarom de spanning naar het juiste niveau.
Bij de transformator komt alle energie van het zonneproject samen en de verbinding met het elektriciteitsnet is hier ook. Tussen de zonnepanelen, omvormers en de transformator lopen dikke kabels van de gelijkstroom. De kabels voor de wisselstroom vanaf de transformator tot het elektriciteitsnet zijn dunner. Het leggen van de kabels in goten (op het dak) of in sleuven in de grond kost veel tijd, maar is vaak niet zichtbaar. Deze kabels worden namelijk netjes en veilig weggewerkt.
Het hele proces rond de transformator zorgt al snel voor vertraging. Dit komt doordat deze specialistische werkzaamheden meestal worden uitgevoerd door een drukbezette onderaannemer. Als die specialist niet op de geplande dag kan werken, ben je soms een paar weken verder voordat er ruimte is in de agenda.
3: Bruto Productie Meter
Een onafhankelijk meetbedrijf installeert de Bruto Productie Meter (BPM). Dit is een apparaat dat precies meet hoeveel zonne-energie een project opwekt, daarom is de BPM cruciaal voor het ontvangen van subsidie. Men installeert afhankelijk van de grootte van een project één of meerdere BPM’s.
De installatie van de BPM is de laatste stap van de bouw, omdat de BPM op de uitgang van de meterkast komt. Net als bij de transformator is het plaatsen van de BPM gevoelig voor vertragingen, omdat de betrokken partijen afhankelijk van elkaar zijn.
4: Netaansluiting
De netbeheerder (zoals Liander, Stedin of Enexis) sluit uiteindelijk een energieproject aan op het elektriciteitsnet. Dit moment noemen we de ‘inbedrijfstelling’. De aansluiting is het officiële moment dat een project ‘aan’ gaat en dus energie levert aan het net.
5: Keuring
Een zonneproject wordt bij of na de oplevering gekeurd. Hierbij kijkt een specialist onder andere naar de bekabeling en aansluitingen, zodat we brandgevaar voorkomen. Andere controles gaan bijvoorbeeld over de bescherming tegen verschillende weersomstandigheden. Denk aan afdekkapjes om roest te voorkomen en bescherming tegen sterke wind.
6: Aanmelding CertiQ
Hierna meldt de projecteigenaar het project aan bij CertiQ. CertiQ geeft voor elke groen opgewekte kilowattuur een certificaat af: de Garantie van Oorsprong-certificaten (GVO). In dit certificaat staat waar, hoeveel en hoe de stroom is opgewekt. Het is het wettelijke bewijs dat energie duurzaam is opgewekt.
Vertraging in de bouw
Net als bij veel grote infrastructuurprojecten kunnen onvoorziene omstandigheden en het Nederlandse weer soms vertraging veroorzaken. Zo mogen installateurs bij gladheid niet op een dak werken, en bij vorst kan de grond voor de kabels en stellages niet worden bewerkt.
Verder zijn projecteigenaren afhankelijk van de planning van de installateur, netbeheerders en meetbedrijven – inclusief een netwerk van onderleveranciers. Vertragingen kunnen snel oplopen doordat elke schakel in de keten pas kan starten als het vorige onderdeel is afgerond.
7: Monitoring zonne-energie
De laatste extra stap is de installatie van een monitoringssysteem, zodat voor jou als investeerder de productie zichtbaar is. Deze installatie is vaak een tijdje na de afronding van de bouw, omdat het installatieproces van een meter aardig wat afstemming kost. Voor de elektriciteitsopwekking en jouw rendement maakt dit verder niet uit. Het project is live en de meters lopen.